Een vrouwtje van de gewone slijkvlieg zet eitjes af op de vegetatie.

Slijkvliegen: de veldherkenning

EIS Kenniscentrum Insecten
22-APR-2024 - Een opvallende verschijning in april in de buurt van water zijn tientallen slijkvliegen, ook bekend als elzenvliegen, die traag rondvliegen rond elzen, wilgen en andere struwelen. Er zijn drie soorten slijkvliegen vastgesteld in Nederland, waarvan er één zeer algemeen is. Maar hoe kun je die andere twee uitsluiten?

Slijkvliegen, ook bekend als elzenvliegen, behoren tot een aparte insectenorde: de grootvleugeligen (Megaloptera). Ze zijn losjes verwant aan de gaasvliegen (Neuroptera) en de kameelhalsvliegen (Raphidioptera). In de tropen en in Noord-Amerika komen spectaculair uitziende soorten voor, maar in West-Europa moeten we het doen met de soorten uit het genus Sialis, de slijk- of elzenvliegen.

De gewone slijkvlieg (Sialis lutaria) komt in heel Nederland algemeen voor. De larven leven in stilstaande wateren op de bodem, maar ook in traagstromende beken en kanalen. In april sluipen ze massaal uit en op windstille dagen kun je ze nu makkelijk aantreffen. Er zijn nog twee soorten in Nederland vastgesteld. De beekslijkvlieg (Sialis fuliginosa) komt voor in beken op de Veluwe en in Zuid- en Midden-Limburg. De zeldzaamste soort is de rivierslijkvlieg (Sialis nigripes), die slechts enkele keren is aangetroffen in Zuid-Limburg en in Twente.

In de hand kun je vrij eenvoudig een foto maken van het genitaal van slijkvliegen, ook met een telefoon. Dit kan zonder het dier te beschadigen of dood te maken

Herkenning

De drie soorten slijkvliegen van Nederland lijken bijzonder veel op elkaar. Op basis van het genitaal (zowel bij mannetje als vrouwtje) zijn de soorten goed te onderscheiden. Het klinkt altijd afschrikwekkend als je voor een zekere determinatie het genitaal moet bekijken, maar dat valt bij slijkvliegen enorm mee. Ze zijn namelijk extreem makkelijk te vangen en het genitaal is zonder het beestje te beschadigen (laat staan dood te maken) goed te zien. Zelfs met je telefooncamera kun je goed bewijsfoto’s maken. Pak het beestje voorzichtig vast tussen duim en wijsvinger en draai het om. Bij het mannetje zijn er uitsteeksels te zien die je het best van de zijkant kunt fotograferen, bij het vrouwtje volstaat een foto recht van onder. Upload de foto’s bij je waarneming, het liefst ook met een goede foto van de zijkant van het hele dier, zodat de vleugeladerkenmerken óók gescoord kunnen worden.

Onderscheiden

Al in de jaren 1950 heeft men geprobeerd om de soorten slijkvliegen op basis van vleugelkenmerken van elkaar te onderscheiden. Vervolgonderzoek in de jaren 1970 toonde aan dat deze kenmerken niet altijd opgingen, en op basis daarvan hebben latere auteurs altijd aangegeven dat deze kenmerken onbetrouwbaar zijn. Wat men vaak vergeet, is dat de kenmerken in veel gevallen echter wél kloppen. Het was dus tijd om te kwantificeren hoe het nu precies zit met de veldkenmerken. Daarom zijn alle waarnemingen van genitaal-gecontroleerde exemplaren op Waarneming.nl (16), Waarnemingen.be (4) en iNaturalist.org (26) gecombineerd met een grote selectie van exemplaren uit de collectie van Naturalis (154). Zo zijn de kenmerken van 69 Sialis fuliginosa, 98 S. lutaria, 13 S. nigripes, 11 S. morio en 6 S. sibirica gescoord. De laatste twee zijn soorten die nog niet in de Benelux zijn waargenomen, maar S. morio is wel bekend uit het Duitse deel van het stroomgebied van de Rijn.

Een overzicht van de genitaalkenmerken van de verschillende soorten slijkvliegen die in Nederland voorkomen

Vleugelkenmerken

De vleugelkenmerken zijn samengevat in de onderstaande figuur. Zoals te zien is, is er veel variatie. Van de onderzochte soorten was de steekproefomvang van de gewone slijkvlieg en de beekslijkvlieg aardig goed, maar met slechts 13 exemplaren van de rivierslijkvlieg is het moeilijk om die soort mee te nemen in de vergelijking. Dat geldt al helemaal voor Sialis morio, waarvan de genitaalkenmerken ook nog eens akelig veel op die van de gewone slijkvlieg lijken. Ondanks dat zijn er over een aantal zaken uitspraken te doen.

De vleugelbasis is bij de gewone slijkvlieg altijd licht, terwijl deze bij de andere Nederlandse soorten altijd donkerder is dan de rest van de vleugel. Dit kenmerk is vooral handig bij collectiemateriaal, want bij gefotografeerde levende exemplaren kan het lijken alsof de basis donker is, terwijl je slechts het donkere lichaam ziet doorschemeren. Geen handig veldkenmerk dus.

Dwarsaders

Het aantal dwarsaders aan de vleugelvoorrand heeft veel variatie, maar het zijn er gemiddeld meer bij de beekslijkvlieg (14,5) dan bij de gewone slijkvlieg (11,4). Zowel bij de beekslijkvlieg als bij de rivierslijkvlieg zijn er geen gevallen bekend van onder de 11, dus bij 10 of minder dwarsaders zou het een gewone slijkvlieg moeten zijn. Andersom is meer dan 15 costale dwarsaders een goede indicatie voor de beekslijkvlieg, maar houd in alle gevallen rekening met de relatief lage steekproefgrootte van de rivierslijkvlieg.

In de vleugels van slijkvliegen zitten ook belangrijke kenmerken om ze te herkennen. De vleugelkenmerken van de Nederlandse soorten staan hier op een rij

Het laatste veldkenmerk, de positie van de laatste dwarsader in de vleugeltop (zie rode pijltjes in de figuur), is ook erg variabel, maar het lijkt er op dat als de drie dwarsaders precies in elkaars verlengde staan, dit ondersteunend is voor de determinatie als gewone slijkvlieg. Exemplaren waarbij de laatste dwarsader ontspringt uit de gevorkte lengteader én waarbij die ader niet op één lijn staat met de andere twee dwarsaders, moeten zeker met extra aandacht worden bekeken, want de kans is dan zeer groot dat het één van de twee zeldzame soorten is!

Oproep

Dit zijn de eerste resultaten van een onderzoek met een relatief kleine steekproef. Het zou mooi zijn om meer data te kunnen verzamelen en daar kan iedereen bij helpen! Zie je de komende tijd een slijkvlieg? Fotografeer deze dan van de zijkant en van de onderkant, zoals aangegeven in de figuur. Ga je in mei of juni naar het buitenland of Zuid-Limburg? Langs mooie rivieren en riviertjes maak je daar kans op de zeldzamere beekslijkvlieg en rivierslijkvlieg. Zeker van die soorten is het fijn om meer genitaal gecontroleerde foto’s te hebben, dus houd je niet in! Voer je waarnemingen met foto in op Waarneming.nl, Waarnemingen.be of Observation.org.

Tekst: Daan Drukker, EIS Kenniscentrum Insecten
Foto's: Jurriën van Deijk, De Vlinderstichting (leadfoto: vrouwtje van de gewone slijkvlieg zet eitjes af op de vegetatie); Daan Drukker