Bever in de Biesbosch

Beverkalender juni: Jonge bevers groeien snel

Zoogdiervereniging
13-JUN-2012 - Inmiddels zijn de meeste jonge bevers geboren. Wogen de jongen bij de geboorte ongeveer een halve kilo, dankzij de vette moedermelk groeien ze snel. En dat is maar goed ook: hoe zwaarder de jonge bevers hun eerste winter in gaan, hoe groter de kans dat ze deze overleven.

Bericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging [land] op [publicatiedatum]

Inmiddels zijn de meeste jonge bevers geboren. Wogen de jongen bij de geboorte ongeveer een halve kilo, dankzij de vette moedermelk groeien ze snel. En dat is maar goed ook: hoe zwaarder de jonge bevers hun eerste winter in gaan, hoe groter de kans dat ze deze overleven. 

Bevermelk bevat 19 procent vet en 11 procent eiwit; dit is voor knaagdieren erg hoog. Dankzij de melk wegen de jongen op het moment dat ze gespeend worden ongeveer drie kilo. Nu komt het erop aan om zoveel mogelijk te eten om op een zo hoog mogelijk gewicht de eerste winter in te gaan. Hoe zwaarder ze de winter in gaan, hoe groter de kans dat ze hun eerste winter overleven. In oktober wegen de jonge bevers rond de zes kilo. Maar afhankelijk van de kwaliteit van het territorium kan dat ook één of twee kilo’s meer of minder zijn. Als ze een jaar oud zijn wegen ze circa negen kilo en tegen de tijd dat ze twee jaar zijn wegen ze in het voorjaar rond de 12 tot 14 kilo. Met drie jaar zijn bevers volwassen en wegen ze ongeveer 16 tot 18 kilo. Daarna nemen ze nog langzaam in gewicht toe, maar op een gegeven moment wordt het gewicht meer bepaald door het jaargetijde. Bevers van vijf jaar en ouder wegen tussen de twintig en dertig kilo. In een enkel geval worden bevers van boven de dertig kilo aangetroffen.

Bever in de Biesbosch (foto: Maaike Plomp)

Soms worden jonge bevers van enkele weken oud verhuisd naar een andere burcht. In de Biesbosch heb ik dit een keer waargenomen. De jongen worden dan een voor een door een volwassen bever verplaatst. Daarbij wordt het jong dwars op de borst geklemd tussen voorpoten en kin. Het jong keek daarbij belangstellend rond en stak zijn kop even onder water alsof het wilde kijken of daar nog iets interessants gebeurde.

In een andere territorium in de Biesbosch verhuisde een beverpaar hun jongen jaarlijks vanuit de burcht waar ze geboren waren na ongeveer anderhalf tot twee maanden richting een groep wilgenstruiken waar legers onder lagen. Waarschijnlijk was de voedselsituatie voor de jongen van die leeftijd hier beter dan bij de burcht waar ze geboren werden.

Tekst: Vilmar Dijkstra, Zoogdiervereniging
Foto: Maaike Plomp