Twee nieuwe vleermuissoorten ontdekt op St. Eustatius

Zoogdiervereniging
27-OKT-2015 - Met een hangmat in de krater van een slapende vulkaan overnachten, 7 liter water per persoon op je rug, een doos onderzoeksmaterialen, netten en palen bij 35 graden de vulkaan op tillen: het is niet voor niets geweest. Op de rand van de krater van de vulkaan de Quill op St. Eustatius is de tot nog toe voor het eiland onbekende Lesser Antillian long-tongued bat gevangen. En als klap op de vuurpijl vloog de volgende morgen de Mexican funnel-eared bat, ook nieuw voor het eiland, om de hangmat. Sil Westra, Wesley Overman en Ellen van Norren doen verslag van hun vleermuisonderzoek als onderdeel van de expeditie onder leiding van Naturalis.

Bericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging [land] op [publicatiedatum]

Met een hangmat in de krater van een slapende vulkaan overnachten, 7 liter water per persoon op je rug, een doos onderzoeksmaterialen, netten en palen bij 35 graden de vulkaan op tillen: het is niet voor niets geweest. Op de rand van de krater van de vulkaan de Quill op St. Eustatius is de tot nog toe voor het eiland onbekende Lesser Antillian long-tongued bat gevangen. En als klap op de vuurpijl vloog de volgende morgen de Mexican funnel-eared bat, ook nieuw voor het eiland, om de hangmat. Sil Westra, Wesley Overman en Ellen van Norren doen verslag van hun vleermuisonderzoek als onderdeel van de expeditie onder leiding van Naturalis.

St. Eustatius ligt in de Caribische zee en hoort bij het Nederlands Koninkrijk. Omdat het maar 4 bij 5 kilometer groot is, loop je vanuit Oranjestad zo overal naar toe. Het vulkanische eiland heeft een vrij droog klimaat, het landschap is vrij open en de begroeiing bestaat vooral uit stekelstruiken. Door de eeuwen heen hebben mensen het eiland grotendeels ontgonnen en het ecosysteem ernstig beïnvloed. Ook zijn er vele exotische dier- en plantensoorten per ongeluk en moedwillig geïntroduceerd en wordt het eiland geteisterd door overbegrazing door loslopende geiten en koeien. Inheemse landzoogdieren komen hier niet meer voor, dus ons onderzoek spitste zich toe op vleermuizen. Aangezien er geen referentiegeluiden beschikbaar zijn en onderzoek met batdetectors daardoor niet mogelijk is, hebben we vleermuizen gevangen met mistnetten.

Mistnet om vleermuizen te vangen boven zwembad (foto: Ellen van Norren)

Velvety free-tailed bat, Molossus molossus (foto: Ellen van Norren)

Als een vleermuis ‘s avonds om 6 uur ontwaakt, gaat hij eerst drinken. Er is alleen geen open zoet water op het eiland, behalve in de zwembaden. De eerste nachten hebben we daarom in diverse zwembaden mistnetten opgezet. Geen vervelende start van het onderzoek! Hierin vingen we vooral de kleine insectenetende vleermuis Velvety free-tailed bat (Molossus molossus). De molletjes, zoals we ze noemden, zijn een algemene soort van gemiddeld 12 gram die zich overdag in gebouwen ophouden. Hiervan hebben we er in totaal gedurende 2 weken 110 gevangen. Een andere soort die we vingen was de Jamaican fruit bat (Artibeus jamaicensis). Een algemene vleerhond die mango’s en ander fruit eet en 27 keer te vangen is in onze mistnetten. Met een gewicht van gemiddeld 43 gram, was deze soort toch met gemak drie maal zo groot als de Molossus. De Lesser Antillian fruitbat (Brachyphylla cavernarum) is een agressief beestje dat we drie maal vingen. Gemiddeld gewicht 50 gram. Al ‘hyperventilerend’ hield hij niet op te proberen zich te bevrijden uit de stevige houdgreep en bleef bijten tot hij je stevig in je handschoen te pakken had. Niet alleen boven zwembaden maar ook op locaties in de bebouwde kom en nabij fruitbomen kwamen we niet verder dan deze drie soorten.

Een kijkje in de krater van de Quill, waar met mistnetten vleermuizen zijn gevangen (foto: Sil Westra)

Treebat Ardops Nichollsi (foto: Wesley Overman)

Maar we gingen ook vangen op de rand van de krater van de Quill, waar een tropisch regenwoud in staat. In de krater vermoedden wij diverse grotten, veel fruitbomen en dus meerdere soorten vleermuizen. We plaatsten een lang net over de rand van de krater, en een kort net om het pad naar beneden af te sluiten. Precies tijdens zonsondergang keken we ademloos toe hoe honderden vleermuizen (molletjes) de krater in vlogen, ver boven onze mistnetten. Tegen half zeven vingen we een groot aantal vleermuizen tegelijk. Hiertussen vingen wij de laatste soort die we nog niet hadden gevangen: de treebat (Ardops nichollsi) en tegelijk een nieuwe soort voor het eiland: de Lesser Antillian long-tongued bat (Monophyllus plethodon). Een kleine nectareter met een lange tong, die in de nachtelijke uurtjes de niche van de kolibri overneemt.

De Lesser Antillian long-tongued bat, Monophyllus plethodon, nieuw voor St. Eustatius (foto: Ellen van Norren)

Na de nacht in een hangmat in de krater te hebben doorgebracht, vonden we bij zonsopgang een enorme ‘vlinder’ met vleermuisvleugels. Mogelijk is dit de Mexican funnel-eared bat (Natalus stramineus). Hij is door twee van ons gezien, een zeer kleine vleermuis, zo groot als een grote vlinder, die vliegt met het vliegbeeld van een vlinder, maar met vleermuisvleugels. We hebben hem niet kunnen vangen maar dat mag de pret niet drukken. De tocht naar de Quill en de vangst van een nieuwe soort voor het eiland maakten de expeditie onvergetelijk.

Tekst: Ellen van Norren, Sil Westra en Wesley Overman
Foto's: Ellen van Norren; Sil Westra; Wesley Overman