Ontdekkingstocht naar nieuwe zoogdiersoorten op Sint Eustatius

Bericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging [land] op [publicatiedatum]

Een grootschalige expeditie om nieuwe soorten te ontdekken komt niet vaak meer voor in ons land. Toch gaat er begin oktober een grote groep onderzoekers op expeditie: naar Sint Eustatius. Op dit Caribische eiland, dat sinds 2010 hoort bij het Koninkrijk der Nederlanden, is van de soortenrijkdom nog veel onbekend. Naturalis Biodiversity Centre leidt de expeditie en medewerkers van het Bureau van de Zoogdiervereniging sluiten aan voor zoogdieronderzoek. De onderzoekers verwachten een groot aantal voor de wetenschap onbekende soorten te ontdekken.

Sint Eustatius is onderdeel van de bovenwindse eilanden en met 21 vierkante kilometer de helft zo groot als Schiermonnikoog. Er wonen op het eiland zo’n 4.000 inwoners en het kent een rijke historie. In het midden van het eiland ligt de hoofdstad Oranjestad. Het grootste deel van het eiland is rotsachtig en bedekt met doornstruiken, maar aan de zuidkant staat de 600 meter hoge vulkaan Quill. De diepe krater van de vulkaan zorgt voor een uniek microklimaat waardoor er tropisch bos voorkomt.

Vanuit het Bureau van de Zoogdiervereniging sluiten drie onderzoekers zich op eigen titel aan bij de ontdekkingsreis. De focus voor het zoogdieronderzoek ligt op vleermuizen. Er is bekend dat er vleermuizen voorkomen op Sint Eustatius, maar het is niet bekend om hoeveel soorten het gaat. Daarom worden er ’s nachts met mistnetten vleermuizen gevangen om de soortenrijkdom in kaart te brengen. Een aantal van de gevangen vleermuizen krijgt een zender waarmee overdag verblijfplaatsen worden opgespoord door het uitpeilen van de zenders met radiotelemetrie.

Van de kleine grondgebonden zoogdieren is bekend dat er uitheemse ratten en muizen voorkomen die door de eeuwen heen zijn geïntroduceerd met schepen. Inheemse soorten zijn niet bekend. Door dezelfde drie onderzoekers wordt overdag onderzoek gedaan naar kleine landzoogdieren met life traps (vallen waar kleine zoogdieren levend in worden gevangen). Meerdere keren per dag worden alle vallen gecontroleerd en de dieren worden na onderzoek weer vrijgelaten.

Daarnaast worden op bepaalde vaste plekken op het eiland cameravallen opgesteld om gegevens te verzamelen van de overige zoogdieren die op het eiland voorkomen. Door middel van lokstoffen wordt de kans vergroot dat dieren de bewegingssensoren van de nachtcamera’s activeren en een selfie maken. Hier worden alleen gedomesticeerde en uitheemse soorten verwacht zoals geiten en mangoesten.

Het onderzoek vindt plaats van 2 tot 18 oktober. Studenten van Leiden Universiteit en onderzoekers van Naturalis en de Nederlandse soortenorganisaties werken samen met de lokale organisaties Caribian Netherlands Science Institute en Sint Eustatius National Parks. Het onderzoek is mogelijk gemaakt door een subsidie van het Prins Bernhard Cultuurfonds Cariben.

Volg het blog op www.naturalis.nl of op twitter via #zoogdierverenig

Tekst: Sil Westra, Ellen van Norren, Wesley Overman, Bureau van de Zoogdiervereniging
Foto: Walter Hellebrand