Vlindertellers liepen in 25 jaar ruim twee keer de aarde rond

De Vlinderstichting
1-MRT-2015 - Het Nederlandse Vlindermeetnet bestaat 25 jaar. Vrijwilligers tellen wekelijks vaste routes tijdens de vliegtijd van de vlinders. Samen hebben ze in ruim 100 duizend uur meer dan twee keer de aarde rond gelopen. Ze telden miljoenen vlinders. Conclusie: 18 soorten zijn toegenomen, 9 stabiel en 24 zijn achteruit gegaan. Alle resultaten zijn te vinden in het 25 jaarverslag dat op de Landelijke Vlinderdag op 7 maart beschikbaar komt.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]

Het Nederlandse Vlindermeetnet bestaat 25 jaar. Vrijwilligers tellen wekelijks vaste routes tijdens de vliegtijd van de vlinders. Samen hebben ze in ruim 100 duizend uur meer dan twee keer de aarde rond gelopen. Ze telden miljoenen vlinders. Conclusie: 18 soorten zijn toegenomen, 9 stabiel en 24 zijn achteruit gegaan. Alle resultaten zijn te vinden in het 25 jaarverslag dat op de Landelijke Vlinderdag op 7 maart beschikbaar komt.

Bijna 1 miljoen bruin zandoogjes zijn de afgelopen 25 jaar op de routes geteld (foto: Kars Veling)In die afgelopen 25 jaar hebben de tellers heel wat schoenen versleten. Samen hebben ze te voet meer dan 100.000 kilometer afgelegd en dat is meer dan tweemaal de aarde rond!  Ook de tijdsinvestering is enorm. Als je de teluren optelt kom je boven de 116.000 uur uit, dat is bijna 15.000 werkdagen. Natuurlijk zijn er ook erg veel vlinders gezien tijdens die tellingen. De meest getelde is bruin zandoogje. Daarvan werden er 954.959 geteld, dus net geen miljoen.

 

De routes liggen verspreid in het land, zowel in natuurgebieden als ook in agrarisch en stedelijk gebied. De tellingen vinden alleen plaats bij goede weersomstandigheden. Dat houdt in droog en met niet teveel wind en redelijk hoge tempratuur, of in ieder geval veel zon. Dat is voor vlindertellingen essentieel, want als het bewolkt en koel is tel je er geen een, terwijl  ze er dan wel degelijk zijn, maar zich hebben verborgen tussen de plantengroei.

 

Met de Rode Lijstsoort bont dikkopje gaat het goed (foto: Kars Veling)18 soorten vooruit
Met al die gegevens kunnen we voor de meeste vlinders betrouwbare trends geven. Als we kijken naar alle dagvlinders samen dan zien we vooral tussen 1990 en 2000 een sterke afname en vanaf die tijd lijkt het te stabiliseren. Van de 51 soorten waarvoor we de trend kunnen berekenen gaan er 18 vooruit, blijven 9 stabiel en gaan 24 soorten achteruit over de afgelopen 25 jaar. Nog steeds gaan er dus meer soorten achter- dan vooruit en nog steeds blijft het belangrijk om in inrichting en beheer rekening te houden met vlinders. Het bont zandoogje is een opvallende stijger. Deze vlinder is, met name vanaf 2000, enorm vooruit gegaan. Niet alleen werden op de vliegplaatsen meer vlinders gezien, maar ook koloniseerde deze vlinder grote delen van Nederland waar hij voorheen niet voorkwam. Het bont dikkopje doet het ook goed, maar deze soort breidt niet uit, maar neemt wel toe op de bestaande vliegplaatsen. Belangrijkste verliezers zijn spiegeldikkopje en kleine heivlinder, die beide meer dan 90% zijn achteruit gegaan.

 

Landelijke Vlinderdag
De gegevens uit het meetnet worden uitgebreid besproken op de Landelijke Vlinderdag, die wordt gehouden op 7 maart in Theater de Junushoff in Wageningen. Dan is ook het 25 jaarverslag beschikbaar waar de trends van alle soorten op een rijtje worden gezet. Opgeven voor de Landelijke Vlinderdag kan via deze link, maar let op, er is slechts beperkte ruimte en er zijn al veel aanmeldingen.

 

Het Landelijk Meetnet Vlinders is een samenwerkingsproject van De Vlinderstichting en het CBS, in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM), in opdracht van Economische Zaken. Dankzij dit meetnet kunnen we de ontwikkelingen in de vlinderstand nauwgezet volgen. Alle hulp en medewerking is welkom. Wilt u meedoen, dan kunt u zich aanmelden bij De Vlinderstichting (info@vlinderstichting.nl) of 0317 467346).

 

Tekst: Kars Veling & Chris van Swaay, De Vlinderstichting

Foto’s: Kars Veling